Onlangs was ik dagvoorzitter bij een symposium over de toekomst van de veehouderij in Oss. Er vielen me een paar dingen op. Uiteraard de gedrevenheid en betrokkenheid van de deelnemers. Je kan veel van de agrarische sector zeggen, maar niet dat ze geen hart hebben voor hen werk en hun omgeving.
Verder vroeg ik mensen in de zaal of ze wisten hoeveel vee er in Oss gehouden wordt. De meeste schattingen zaten er ongeveer de helft naast. Er was ongeveer twee keer zoveel vee dan de zaal dacht. De aantallen voor Oss: 61.000 koeien, 235.000 varkens en 837.000 kippen. In Bernheze zijn er respectievelijk 16.000 koeien, 402.000 varkens en 1.957.630 kippen! Het zegt denk ik toch iets over de sector, die veel groter is geworden dan ze ook zelf denkt.
Maar het meest opvallende vond ik dat bijna iedereen het er wel over eens was dat een kleinere veestapel wenselijk is. Alleen: dat kan financieel voor de boeren nu niet uit.
Rijksbouwmeester Floris Alkemade bracht vorig jaar een belangrijk rapport uit over de toekomst van het Nederlandse landschap: Panorama NL. Volgens hem is het huidige model van de veehouderij onhoudbaar. Hij pleit voor minder vee, een eerlijke prijs voor boeren en concentratie van vee in agrarische industriegebieden, op logistiek handige plekken, zoals gewone bedrijfsterreinen. Met inderdaad ook varkensflats. Minder milieubelasting, meer ruimte voor natuur. Iedereen blij, zou je zeggen. Tijd dus om echt revolutionaire en taboedoorbrekende stappen te zetten, volgens hem. En ik ben dat wel met hem eens.